PORTFOLIO - JURGEN ONLAND
HET PUZZEL VAN HET BESTAAN
door Oscar Meo
Jurgen Onland is een niet meer zo jonge Nederlandse fotograaf die de afgelopen jaren bekendheid heeft verworven, vooral dankzij de eerste prijzen die hij won tijdens de Urban Photo Races in Amsterdam (2017), Londen (2018) en Parijs (2019), samen met een aantal andere kleinere onderscheidingen. Zoals hij zelf verklaarde op Lensculture bij de publicatie van het portfolio In Between Worlds (hier gepresenteerd en ontstaan tussen 2021 en 2023), is zijn aanpak documentair en autobiografisch, en autodidactisch van aard. Zijn “zelfreflectie” is bedoeld als een middel tot “persoonlijke groei”, maar ook om de kijker te “stimuleren” en “uit te dagen” om na te denken over het eigen leven, met “alle imperfecties en schoonheden die daarbij horen.”
Een helder en simpel programmaprofiel dat, juist door zijn beknoptheid, niet volledig recht doet aan het proces dat Onland volgt om zijn werk te realiseren en de poëtica die eraan ten grondslag ligt. Zijn werk past zeker in de traditie van de quête, een rijk thema in de fotografie, net zoals het dat nog steeds is in de kunstvorm waarin het ontstond: de literatuur. Het is een reis naar zijn eigen verleden, in contact met atmosferen die hij nog in zijn geheugen draagt. Maar in zijn specifieke geval is het ook een lege zoektocht naar wat had kunnen zijn, maar nooit is geweest: datgene wat, volgens de beroemde uitspraak van Aristoteles, poëzie onderscheidt van geschiedenis – de kunst van het mogelijke (ook al is het niet gerealiseerd), die “het universele” weergeeft, tegenover de vertelling van feiten, die “het specifieke” beschrijft.
Zo verschijnt bij Onland bijvoorbeeld een gewilde, maar nooit bestaande broer in een foto uit In Between Worlds. Deze foto is voldoende wazig om hem een spookachtige aanwezigheid te geven. In een ander project, dat nog in ontwikkeling is (I Call Him Vincent), verschijnt dezelfde broer in een scherp portret zonder gezicht. Het gaat hier niet om een weergave van de werkelijkheid zoals die is, maar om een werkelijkheid die doordrenkt is van verbeelding en een zekere nostalgische weemoed: een uitnodiging om na te denken over het bestaan van wat er niet is.
Onland’s werk vertoont daarnaast een interessante stilistische diversiteit. In het portfolio Walk in Silence, dat de straten van Manchester en andere Engelse plaatsen vastlegt – plekken van oorsprong voor muzikanten die hij als tiener bewonderde – combineert de constante verwijzing naar zijn verleden zich met een snelle en directe aanpak van een straatfotograaf, zoals hij zelf erkent.
De echte hoofdpersoon van Onland’s foto’s, ook van de meer realistische en gestileerde beelden, is daarom niet de directe herinnering aan echte gebeurtenissen, maar een indirecte, suggestieve reconstructie van het verleden. Zijn onderwerpen variëren van alledaagse mensen en objecten in een “normale” omgeving tot vreemde, gemaskerde figuren die bijna “buitenaards” en enigszins verontrustend aandoen. Zoals een roze cowboyhoed op een grasveld (of misschien, waarom niet, magisch geland daar), een jonge voetballer met een serieuze kampioenshouding, een verlaten interieur dat doet denken aan de hoogtijdagen van de Nederlandse schilderkunst, of – in een foto van een wijds landschap – een knielende man in bijna aanbiddende houding in een volledig ongerelateerde omgeving.
Maar de vraag rijst: vertellen deze foto’s een verhaal, en is het de taak van de toeschouwer om de beelden aan elkaar te koppelen, de “leegtes” (of “blanks”) op te vullen, om een verhaal te reconstrueren? De kwestie is veel complexer. Het indirecte verband tussen de foto’s en het verleden van Onland, samen met het ontbreken van een ordelijke en samenhangende narratieve structuur, suggereert dat zijn werk moet worden gezien als een symbolische reconstructie van herinneringen: gebeurtenissen, objecten en figuren (of ze nu echt of ingebeeld zijn) die een fundamentele betekenis hebben gehad, passeren opnieuw voor zijn ogen, maar getransformeerd. Het fotografische beeld wordt een huidige herinnering aan iets wat onherroepelijk afwezig is.
Dit is de klassieke definitie van een symbool: een werkelijk object dat nooit volledig identiek is aan zijn ideale referent, maar er indirect en suggestief naar verwijst. Wat moet de toeschouwer doen, die schijnbaar in een moeilijke positie is geplaatst door de auteur, namelijk het proberen te reconstrueren van de puzzel van andermans bestaan? Sommige mensen zullen zeggen dat deze vraag zinloos is, omdat de toeschouwer nooit kan weten wat de auteur weet. Maar juist dat is waarom Onland kan beweren dat een van de doelen van zijn niet-narratieve aanpak is om de kijker aan te moedigen om na te denken over zichzelf, in een soort Augustijnse oproep: “Keer terug tot jezelf,” omdat “de waarheid leeft in het innerlijk van de mens.”
De foto’s functioneren dan als een indirecte uitnodiging, een subtiele oproep aan de toeschouwer om, in relatie tot zichzelf, de lege ruimtes op te vullen. Ze nodigen uit om een persoonlijke route uit te stippelen, wat zou kunnen leiden tot een poging om hun eigen existentiële puzzel te reconstrueren en de betekenis van hun leven te zoeken. Het resultaat is een gok, geen zekerheid: een communicatie van bestaan tot bestaan.